zondag 18 april 2010

Open staan voor het onbekende





Vrijdag 16 april
St Jean Pied le Port - Hunto (800m)
8 km

Open staan voor het onbekende.
De stap om angst te overwinnen.

7.45. Ik dronk ochtendkoffie in de keuken van de gastvrouw. Tegenover me aan tafel zat Juan, haar 82 jarige echtgenoot. Juan, stillekens voorovergebogen, dopte brood in zijn koffie ." Oud worden, muj malo" zei ie. Hij lijdt aan zware diabetis, een heel doosje vol met pillen schudde ie meewarig. Hij moet alles heel voorzichtig aan doen. Met een droge stem en in gebroken spaans maakte hij me duidelijk dat hij 25 jaar in Bolivie heeft gewoond. Hij had er een geitenfokkerij, wees naar een vergeelde foto aan de muur. Ik zag een stevige man, Juan, in z'n 3O iger jaren, naast een prachtige old-timer. Op de achtergrond een grote kudde geiten in een koraal. Hij was een man van weinig woorden. Hij slurpte aan zijn koffiebrood en zweeg. Keek voor zich uit, ongestoord. Ik verbeelde me zijn gedachten, gevoelens. Zou hij vrede hebben met het feit dat ie de leeftijd van 82 heeft? Zou hij de dood vrezen, zijn eigen dood tegemoet gaan met niet meer vrees dan hij bij het slapen gaan de nacht ingaat?
Leven en dood zijn niet meer dan fasen die voortdurend in elkaar overgaan. Stel je voor dat we eeuwigdurend zouden bestaan?
Toch probeert de mens, zwak als hij is, de grote zekerheid van de dood altijd te verdoezelen. Hij ziet niet dat het juist de dood is die hem motiveert om de beste dingen van zijn leven te doen. Hij is bang voor het onbekende, voor de stap in het donker, en zijn enige manier om die angst te overwinnen is te vergeten dat zijn dagen geteld zijn. Hij snapt niet dat hij in het besef van de dood veel meer zou aandurven, veel verder zou gaan in zijn dagelijkse veroveringen - hij heeft immers niets te verliezen, want de dood is onontkoombaar. Ik nam afscheid van Juan, nam met beider handen zijn handen vast. We keken elkaar aan. Er waren geen woorden nodig.

Ik verliet de oude binnenstad van St Jean via de Porte d'Espagne. Volgde via rood-witte tekens de oude pelgrimsweg richting de Pas van Cisa die me over de Pyreneen zou loodsen. St Jean ligt op 180 m en ik zou over 2 dagen 26 km stappen en het hoogste punt van 1430 m overschrijden naar Roncesvalles in Spanje . Het was prettig koel en de zon scheen. Ideaal weer. Het klimmen was behoorlijk stijl tijdens de eerste uren. Ik zou de overtocht in 2 dagen doen en halt houden in de Auberge Orissas op 800 m.

Ik verwachtte me aan een andere Camino bij het verlaten van St Jean. Een drukkere Camino met veel meer volk onderweg. De Jacobusroute bestaat uit meerdere wegen. Ik heb mijn eerste Weg al gelopen, zo dacht ik terwijl ik stap voor stap de metertjes omhoog klom. De tweede Weg zal me met andere werelden in verbinding brengen. Het begon al met een fysieke confrontatie. Ik voelde, wat gisteren nog pril was, vandaag sterker. Een stekende pijn in een spier van mijn linker onder- scheenbeen. In de farmacie van St Jean had ik al uit voorzorg een spierbalsemzalf gekocht. Mijn gedachte was dat de spieren rust nodig hadden. Mijn lijf trouwens ook na de 450 km ononderbroken stappen. Mijn korte tocht vandaag zou een eerste beslissing hiertoe zijn.

De Auberge was mooi gelegen met een prachtig panoramisch zicht op de omringende bergen. Ik zag de witte toppen van hoge cols van de Pyreneen. Tijdens een rustpauze genoot ik trouwens van rondvliegende roofvogels. Ik meende arenden te herkennen die sierlijk zwevend door de lucht op jacht waren naar prooien.

De Auberge was een plaats van rust voor zowel toeristen als pelgrims. Ik kreeg een slaapplaats in een kamer met 6. Het was er druk toen ik aankwam. Een groep schoolkinderen maakte heftig speels lawaai. Hadden een weekje stappen met de klas op de Camino. Vandaag bleek hun laatste dag en dit vierden ze met allen op een open plek vlakbij. Gelukkig voor de 'rust' vertrokken ze na een tijdje terug naar St Jean.

In de Auberge was plaats voor 19 bedden. Het was volboekt. De gasten; solo, duo en groepje met rugzak; op weg naar Roncesvalles zag ik steeds meer toekomen. Ik nam tijd om op het terras met kopje koffie te lezen en te schrijven.
Toen ik mij installeerde op de kamer bleek ik niet de enigste Belg te zijn. Ik ontmoette er Eddy, een Leuvenaar die vandaag zijn eerste dag van de Camino was gestart. Was prettig om wat berichten uit Belgie te horen. Het alleen zijn uit mijn eerste fase werd doorbroken en kreeg internationale kleur. Aan tafel s'avonds met Zweden, Zuid Afrikanen, Koreanen, Amerikanen, Japanners, Duitsers. Oostenrijkers, Nederlander,Belgen en Fransen. De Camino in een kleurrijk mengsel van talen en volkeren. Dit is de wereldse Camino. Ik was gewend aan de stilte en het alleen zijn. Het had me veel gebracht. Sta open voor nieuwe ervaringen.

Om 21h , schemerdonker en fris buiten, het was bedtijd. Nog even mijmeren op het terras, glaasje wijn in de hand met zicht op het stille berggebied. Binnen hoorde ik de tafels opgeruimd worden. Dan dook ik de kamer van 6 in. Elk daar bezig op een kleine ruimte met z'n eigen dingetjes, plek, bed en comfort. Ik hoopte op een rustige nacht met weinig nachtconcerten.
Vanaf 7.30 is er koffie.

William Strobbe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten